• Ode aan Gerard Vianen

    by  • 15 januari 2016 • Verhalen

    ‘Gerard Vianen (70) overleden’, stond gisteren op teletekstpagina 601. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik toen al enkele uren op de hoogte was van het treurige nieuws, aangezien diverse familieleden van Gerard tot mijn FB-vrienden behoren. Gerard kwam namelijk uit Kockengen, een van oorsprong boerendorp onder de rook van het grotere Breukelen. Kortom, ergens tussen Amsterdam en Utrecht. Daar in Kockengen ben ik getogen en heb ik onder meer leren fietsen. Daar in Kockengen kent iedereen elkaar en zegt iedereen elkaar nog vriendelijk gedag. Ik kende Gerard dus ook en kwam heel vroeger bij zijn zoon Harry over de vloer.

    Met Harry en enkele andere dorpsgenootjes fietste ik geregeld wedstrijdjes. De omloop Bernhardweg, Julianaweg, Dreef, Beatrixweg en Bernhardweg werd steevast gewonnen door Harry, die als enige een racestuur op zijn gewone fiets had. Dat kwam natuurlijk omdat zijn vader wielrenner was. Niemand van de jongens gaf daar echter ruchtbaarheid aan, want vader Gerard was een heel rustige, bescheiden en vriendelijke man. Dat zag je al aan zijn gezicht, zoals bij alle Vianens uit Kockengen.

    Toen ik enkele jaren later werd gegrepen door het wielermetier besefte ik pas dat Gerard een oud-wielrenner was. En niet zomaar een, maar een groot renner die onder meer een etappe in de Tour de France had gewonnen en ook nog eens drie in de Vuelta (Ronde van Spanje). Daarnaast had hij ook nog eens de opofferingsgezindheid en energie om kopmannen als Raymond Poulidor en Joop Zoetemelk uit de wind te houden. Eentje dus die in de huidige tijdgeest lachend miljonair zou zijn geworden.

    Die Gerard was tot aan zijn overlijden de overbuurman van mijn moeder en met afstand de bekendste Kockenees, getuige het bericht op Teletekst. Gerard zorgde er eveneens voor – weliswaar onbedoeld maar toch – dat sommige eerste bezoekjes van mij aan ouders van vriendinnetjes iets soepeler verliepen. ‘Coen Heil’, zei ik dan bij binnenkomst. Al snel gevolgd door ‘Kockengen’, als antwoord op de vraag van schoonvader in spé waar ik vandaan kwam. ‘Oh, Kockengen van Gerard Vianen’, klonk het vervolgens meteen enthousiaster uit de mond van de heer des huizes, diep verscholen achter een krant.

    Gerard deed er dus echt toe, niet alleen in Kockengen maar ook ver daarbuiten. En dat doet mij deugd, niet alleen als dorpsgenoot, maar ook als wielerfanaat en sportverslaggever. Dat zijn overlijden door alle grote media werd gebracht, geeft aan hoezeer hij gerespecteerd werd. Gerard was een markante man, al zal hij – de bescheidenheid zelve – dat vermoedelijk nooit zo hebben ervaren.

     

    Coen Heil